De Franse Nederlanden en Picardië
De nu vredig bijliggende graanvelden in de Hauts-de-France, de meest noordelijke regio van Frankrijk, zijn de drieste getuigen van 300 jaar oorlogsgewoel. We maken een fietsreis door het gebied der slagvelden van de Frans-Spaanse oorlog tot de Groote oorlog.
Grenzen verleggend
Het gebied dat, met kijk op het huidige Frankrijk, in bezit was van de Spaanse Nederlanden, ook wel de Franse Nederlanden genoemd, omvatte de oude streken Artois, Frans Vlaanderen en Frans Henegouwen. Dit komt in grote lijnen overeen met de huidige Franse regio Nord-Pas-de-Calais. Ze werden van 1581 tot 1715 geregeerd door de vorsten van het huis Habsburg waartoe van 1438 tot 1806 bijna alle keizers van het Heilige Roomse Rijk en van 1504 tot 1700 alle Spaanse koningen behoorden. Ten zuiden van deze gebieden lag het Franse Picardië wat overeenkomt met de huidige regio’s Aisne, Oise en Somme. Alles tezamen vormt dit tegenwoordig de nieuwe regio Hauts-de-France. |
Het vroegere kolenspoor Lijn 98 door het hart van de Borinage, kenmerkend door zijn vele mijnterrils, brengen ons vanuit Mons naar de Franse grens. Tot 1659 was Henegouwen één grote provincie, maar na annexatie van de door Lodewijk XIV op de Spaanse Nederlanden veroverde gebieden tijdens de Frans-Spaanse oorlogen (1635-1659/1667-1668) in twee gesplitst werd. Het Franse gedeelte wordt in 1678 bij de Franse provincie Flandre gevoegd. Verscheidene oorlogen tussen Frankrijk, Spanje en de Nederlanden leggen in 1713 uiteindelijk de Noordelijke grens van Frankrijk vast. Het was niet evident om een geschikt fietstraject te vinden door het desolate akkerlandschap dat deel uitmaakt van de zogenaamde graanschuur van Frankrijk. De op kaarten ingetekende kleine wegen zijn in werkelijkheid vaak slechts half verhard of zelfs al eens een volledig onverhard en naargelang de weersomstandigheden alles behalve fietswaardig zijn. Na intens zoekwerk en slechts 1 km aanvaardbare grindweg bereiken we de garnizoensstad Le Quesnoy. In 1659 nemen de Fransen de stad in en versterkt Vauban de fortificaties met 8 bolwerken. De graanplateaus worden meer en meer afgewisseld met beekvalleitjes en nemen een einde wanneer we het jaagpad van kanaal van Saint-Quentin bereiken. Het jaagpad leidt naar de gelijknamige stad, ons etappedoel. Maar we maken een ommetje via het ‘Parc d’Isles’, een gratis toegankelijk recreatiepark opgebouwd aan de rand van een moeras met dieren- en avonturenpark. Terwijl wij over de brede wandelboulevard fietsen verleggen anderen hun grenzen over allerhande touwbruggen van een indrukwekkend boomparcours boven ons.
Van de Aisne naar de Oise
Als we over het moeras heen kijken, eist de hoog boven de bebouwing uittorende gotische Heilige Quentinus basiliek elk aanzien. Bij een bezoek eraan staan we voor een in zwart en wit marmer ingelegd labyrint in de vloer van het middenschip, een fenomeen eigen aan middeleeuwse kathedralen en kerken. Pelgrims volgen blootsvoets of op hun knieën het pad naar het midden van het labyrint, op zoek naar verlichting en een diepere relatie met God. Ook in het oog springend is het klassiek ogend oorlogsmonument bij de brug naar de stad, waar op 10 zuilen de namen van de gestorven soldaten uit de wereldoorlogen 1914-18 en 1939-45 vermeld staan. De door de eerste wereldoorlog haast totaal vernielde stad werd in Art-decostijl heropgebouwd. Een vaak wederkerend symbool van deze stijl is de roos die in vele façaden of gietijzeren balkonroosters nog te herkennen valt. Het is de bedoeling om over het jaagpad van het kanaal van Saint-Quentin het kanaal lateraal aan de Oise te bereiken en aldaar de Eurovelo 3 op te pikken. Dat lukt niet helemaal. Het in de Aisne op kaart ingetekende fietspad verandert plots in een heel onaangenaam fietsend onverhard pad. We besluiten tijdens onze lunch een alternatieve route samen te stellen. Na 15 km over landelijke wegjes treffen we opnieuw een verhard jaagpad aan. Als we enkele kilometers verder het departement Oise binnenfietsen is het jaagpad zelfs officieel in gebruik als fietspad en naast EV 3 ook bewegwijzerd als Trans ‘Oise Voie Verte. Deze verlaat na een tijdje het kanaal en leidt ons door de bossen, die ooit het jachtgebied waren van de koningen en keizers van Frankrijk, naar Compiègne.
Koninklijke verblijven waren hier al sinds de Merovingse koning Clovis. Het huidige kasteel werd in opdracht van Lodewijk XV gebouwd en gerestaureerd door Napoleon. Lodewijk XIV, XV en XVI hielden er grote feesten. Napoleon I richtte er een prachtige kamer in voor Joséphine zijn eerste vrouw. Maar voordat deze klaar was, scheidde hij van haar omdat ze hem geen kinderen kon schenken. Marie-Louise van Oostenrijk, zijn tweede vrouw genoot er later met volle teugen van. In de grote ontvangstzaal staat een beeld van Napoleon Bonaparte in outfit van een Romeinse keizer. Het park leunt aan bij het woud van Compiègne. Onder Napoleon III beleefde het paleis zijn gloriejaren.
Het kasteel van Compiègne is samen met Versailles en Fontainebleau één van de kastelen waar Lodewijk XIV zijn concilie samenroept. Compiègne was een koninklijke (keizerlijke) residentie ten tijde van de Merovingers en Karolingers tot de laatste keizer Napoléon III.
Als we over het moeras heen kijken, eist de hoog boven de bebouwing uittorende gotische Heilige Quentinus basiliek elk aanzien. Bij een bezoek eraan staan we voor een in zwart en wit marmer ingelegd labyrint in de vloer van het middenschip, een fenomeen eigen aan middeleeuwse kathedralen en kerken. Pelgrims volgen blootsvoets of op hun knieën het pad naar het midden van het labyrint, op zoek naar verlichting en een diepere relatie met God. Ook in het oog springend is het klassiek ogend oorlogsmonument bij de brug naar de stad, waar op 10 zuilen de namen van de gestorven soldaten uit de wereldoorlogen 1914-18 en 1939-45 vermeld staan. De door de eerste wereldoorlog haast totaal vernielde stad werd in Art-decostijl heropgebouwd. Een vaak wederkerend symbool van deze stijl is de roos die in vele façaden of gietijzeren balkonroosters nog te herkennen valt. Het is de bedoeling om over het jaagpad van het kanaal van Saint-Quentin het kanaal lateraal aan de Oise te bereiken en aldaar de Eurovelo 3 op te pikken. Dat lukt niet helemaal. Het in de Aisne op kaart ingetekende fietspad verandert plots in een heel onaangenaam fietsend onverhard pad. We besluiten tijdens onze lunch een alternatieve route samen te stellen. Na 15 km over landelijke wegjes treffen we opnieuw een verhard jaagpad aan. Als we enkele kilometers verder het departement Oise binnenfietsen is het jaagpad zelfs officieel in gebruik als fietspad en naast EV 3 ook bewegwijzerd als Trans ‘Oise Voie Verte. Deze verlaat na een tijdje het kanaal en leidt ons door de bossen, die ooit het jachtgebied waren van de koningen en keizers van Frankrijk, naar Compiègne.
Koninklijke verblijven waren hier al sinds de Merovingse koning Clovis. Het huidige kasteel werd in opdracht van Lodewijk XV gebouwd en gerestaureerd door Napoleon. Lodewijk XIV, XV en XVI hielden er grote feesten. Napoleon I richtte er een prachtige kamer in voor Joséphine zijn eerste vrouw. Maar voordat deze klaar was, scheidde hij van haar omdat ze hem geen kinderen kon schenken. Marie-Louise van Oostenrijk, zijn tweede vrouw genoot er later met volle teugen van. In de grote ontvangstzaal staat een beeld van Napoleon Bonaparte in outfit van een Romeinse keizer. Het park leunt aan bij het woud van Compiègne. Onder Napoleon III beleefde het paleis zijn gloriejaren.
Het kasteel van Compiègne is samen met Versailles en Fontainebleau één van de kastelen waar Lodewijk XIV zijn concilie samenroept. Compiègne was een koninklijke (keizerlijke) residentie ten tijde van de Merovingers en Karolingers tot de laatste keizer Napoléon III.
De grootste kathedraal van Frankrijk
Na ziekte van Lodewijk XIV met verblijf in Calais keert hij in begeleiding van de musketiers op 22 juli 1658 terug naar Parijs waar hij op 12 augustus zal aankomen. Amiens, Montdidier, Monchy-Humière en Compiègne zijn tussenstops op deze reis.
p 28 april 1670 verlaat de koninklijke familie hun residentie in Saint-Germain-en-Laye voor een bezoek aan de fortificaties in Vlaanderen in de gebieden die Lodewijk XIV veroverde van de Spaanse Nederlanden. Het kasteel van Compiègne, Arras, Lille en Doornik zijn etappes op deze reis.
Op de koninklijke etappeplaatsen van deze reizen is onze route in het spoor van d’Artagnan georiënteerd. We fietsen in tegengestelde richting een route naar Amiens die de tussenstops van Lodewijk XIV op deze reis aandoet. De droge graanplateaus worden afgewisseld met de moerassige valleien van de riviertjes Aronde, Matz, Rivière Des Trois Doms en Avre. Bij het binnenrijden van Amiens komen we voorbij aan het 16-hoekig in steen opgetrokken circus Jules Verne, in gebruik als circus- en evenementenhal. Een straat verder ligt zijn huis waar hij 18 jaar woonde en dat nu als museum ingericht is. Jules Verne was een Franse auteur van avontuurlijke reisverhalen met futuristische technieken die zich in 1871 in Amiens vestigde en er tot zijn dood in 1905 verbleef. Met zijn belangstelling voor wetenschap en technische vooruitgang verpakte hij populairwetenschappelijke aardrijkskunde en natuurkunde in een spannend avontuur. Bekende werken uit zijn oeuvre zijn: Twintigduizend mijlen onder zee, Naar het middelpunt van de aarde, De reis om de maan, De reis om de wereld in 80 dagen. Bezienswaardig is het met kanaaltjes doorweven kwartier Saint-Leu d’Amiens aan de rand van de oude kern in de buurt van de gotische kathedraal Notre-Dame. De kathedraal is de grootste van Frankrijk en één van de grootste ter wereld met uitzonderlijk rijk gedecoreerde portalen. Ook hier staan we in het middenschip voor een in zwart en wit marmer ingelegd labyrint.
Lodewijk XIII installeerde zich in Amiens bij de belegeringen van Corbie en Arras. Charles de Batz d’Artagnan diende in die periode bij de Gardes Françaises. Zijn eenheid onder kapitein Des Essarts nam onder Lodewijk XIII in 1636 deel aan het beleg van Corbie en in 1640 aan het beleg van Arras. Onder Lodewijk XIV in 1654 belegerde d’Artagnan opnieuw de stad Arras.
Na ziekte van Lodewijk XIV met verblijf in Calais keert hij in begeleiding van de musketiers op 22 juli 1658 terug naar Parijs waar hij op 12 augustus zal aankomen. Amiens, Montdidier, Monchy-Humière en Compiègne zijn tussenstops op deze reis.
p 28 april 1670 verlaat de koninklijke familie hun residentie in Saint-Germain-en-Laye voor een bezoek aan de fortificaties in Vlaanderen in de gebieden die Lodewijk XIV veroverde van de Spaanse Nederlanden. Het kasteel van Compiègne, Arras, Lille en Doornik zijn etappes op deze reis.
Op de koninklijke etappeplaatsen van deze reizen is onze route in het spoor van d’Artagnan georiënteerd. We fietsen in tegengestelde richting een route naar Amiens die de tussenstops van Lodewijk XIV op deze reis aandoet. De droge graanplateaus worden afgewisseld met de moerassige valleien van de riviertjes Aronde, Matz, Rivière Des Trois Doms en Avre. Bij het binnenrijden van Amiens komen we voorbij aan het 16-hoekig in steen opgetrokken circus Jules Verne, in gebruik als circus- en evenementenhal. Een straat verder ligt zijn huis waar hij 18 jaar woonde en dat nu als museum ingericht is. Jules Verne was een Franse auteur van avontuurlijke reisverhalen met futuristische technieken die zich in 1871 in Amiens vestigde en er tot zijn dood in 1905 verbleef. Met zijn belangstelling voor wetenschap en technische vooruitgang verpakte hij populairwetenschappelijke aardrijkskunde en natuurkunde in een spannend avontuur. Bekende werken uit zijn oeuvre zijn: Twintigduizend mijlen onder zee, Naar het middelpunt van de aarde, De reis om de maan, De reis om de wereld in 80 dagen. Bezienswaardig is het met kanaaltjes doorweven kwartier Saint-Leu d’Amiens aan de rand van de oude kern in de buurt van de gotische kathedraal Notre-Dame. De kathedraal is de grootste van Frankrijk en één van de grootste ter wereld met uitzonderlijk rijk gedecoreerde portalen. Ook hier staan we in het middenschip voor een in zwart en wit marmer ingelegd labyrint.
Lodewijk XIII installeerde zich in Amiens bij de belegeringen van Corbie en Arras. Charles de Batz d’Artagnan diende in die periode bij de Gardes Françaises. Zijn eenheid onder kapitein Des Essarts nam onder Lodewijk XIII in 1636 deel aan het beleg van Corbie en in 1640 aan het beleg van Arras. Onder Lodewijk XIV in 1654 belegerde d’Artagnan opnieuw de stad Arras.
Het westfront
Langs de Somme rijden we door een prachtig broeklandschap met vele kanaaltjes en waterplassen. We volgen de Véloroute de la Mémoire (V32) een herdenkingsroute in teken van WO I door de vallei van de Ancre, een zijrivier van de Somme. Het heuvellandschap links en rechts van de Ancre maakte van juli tot november 1916 deel uit van het slagveld aan de Somme. Representatief voor dit gebeuren zijn de vele militaire kerkhoven en monumenten waaronder Thiepval Memorial, een uit bakstenen opgetrokken triomfboog van 54 m hoog. Het herdenkt 72191 vermiste Britse en Zuid-Afrikaanse militairen. Het Nationaal oorlogsmonument van Noord-Ierland, de Ulster Memorial Tower en het Newfoundland Memorial, herdenkingssite voor de slachtoffers uit Newfoundland, volgen.
Langs de Somme rijden we door een prachtig broeklandschap met vele kanaaltjes en waterplassen. We volgen de Véloroute de la Mémoire (V32) een herdenkingsroute in teken van WO I door de vallei van de Ancre, een zijrivier van de Somme. Het heuvellandschap links en rechts van de Ancre maakte van juli tot november 1916 deel uit van het slagveld aan de Somme. Representatief voor dit gebeuren zijn de vele militaire kerkhoven en monumenten waaronder Thiepval Memorial, een uit bakstenen opgetrokken triomfboog van 54 m hoog. Het herdenkt 72191 vermiste Britse en Zuid-Afrikaanse militairen. Het Nationaal oorlogsmonument van Noord-Ierland, de Ulster Memorial Tower en het Newfoundland Memorial, herdenkingssite voor de slachtoffers uit Newfoundland, volgen.
Vlaamser dan Vlaams
Een Voie Verte brengt ons bij de citadel van Arras. Een militair complex gebouwd door Vauban van 1668 tot 1672 in opdracht van Lodewijk XIV. Ingetogen houden we halt bij de muur der gefusilleerden waar 218 mensen door de Nazi’s zijn doodgeschoten. 155 Vlaamse barokhuizen sieren de pleinen Place des Héros en Grand’Place in het hart van de stad Arras. Eronder bevinden zich de Boves, een wirwar van onderaardse gangen. Al vanaf de 10de E haalde men witte zandsteen uit de ondergrond. Later werden ze gebruikt als voorraadkelders voor de marktkramers en als schuilplaats in tijden van oorlog. In WO I dienden ze voor aanbreng van Engelse soldaten naar het enkele kilometers verder gelegen front.
Een Voie Verte brengt ons bij de citadel van Arras. Een militair complex gebouwd door Vauban van 1668 tot 1672 in opdracht van Lodewijk XIV. Ingetogen houden we halt bij de muur der gefusilleerden waar 218 mensen door de Nazi’s zijn doodgeschoten. 155 Vlaamse barokhuizen sieren de pleinen Place des Héros en Grand’Place in het hart van de stad Arras. Eronder bevinden zich de Boves, een wirwar van onderaardse gangen. Al vanaf de 10de E haalde men witte zandsteen uit de ondergrond. Later werden ze gebruikt als voorraadkelders voor de marktkramers en als schuilplaats in tijden van oorlog. In WO I dienden ze voor aanbreng van Engelse soldaten naar het enkele kilometers verder gelegen front.
Getuigen des tijds
Door de vallei van de Scarpe fietsten we in tegengestelde richting de fietsroute ‘Les Collines de l’Artois’. Steil gaat het omhoog naar de abdijruïne op de heuvel Mont-Saint-Éloi. Een relict uit de Franse revolutie. De een vallei verder gelegen kerkruïne van Ablain-Saint-Nazaire aan de voet van de heuvelrug van Vimy is dan alweer een aangrijpende herinnering uit WO I. Boven op de heuvel bevindt zich de Franse nationale begraafplaats Notre-Dame-de-Lorette, de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk. De stoffelijke resten van meer dan 150 begraafplaatsen van de fronten van de Artois, de Frans-Vlaamse Westhoek, de IJzer en de Belgische kust zijn hier samengebracht. Ruim 20000 geïdentificeerde militairen hebben hier een eigen graf en de stoffelijke resten van meer dan 22000 onbekende soldaten zijn verdeeld over acht ossuaria. Op 11 november 2014 is aan de gedenkplaats de ‘Ring der Herinnering’ toegevoegd. Een eerbetoon aan de bijna 580000 militairen afkomstig uit alle hoeken van de wereld die tussen 1914 en 1918 sneuvelden aan de noordelijke Franse fronten. In een op de heuvel balancerende eclips staan op 500 stalen platen hun namen alfabetisch geregistreerd, ongeacht nationaliteit of religie.
Door de vallei van de Scarpe fietsten we in tegengestelde richting de fietsroute ‘Les Collines de l’Artois’. Steil gaat het omhoog naar de abdijruïne op de heuvel Mont-Saint-Éloi. Een relict uit de Franse revolutie. De een vallei verder gelegen kerkruïne van Ablain-Saint-Nazaire aan de voet van de heuvelrug van Vimy is dan alweer een aangrijpende herinnering uit WO I. Boven op de heuvel bevindt zich de Franse nationale begraafplaats Notre-Dame-de-Lorette, de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk. De stoffelijke resten van meer dan 150 begraafplaatsen van de fronten van de Artois, de Frans-Vlaamse Westhoek, de IJzer en de Belgische kust zijn hier samengebracht. Ruim 20000 geïdentificeerde militairen hebben hier een eigen graf en de stoffelijke resten van meer dan 22000 onbekende soldaten zijn verdeeld over acht ossuaria. Op 11 november 2014 is aan de gedenkplaats de ‘Ring der Herinnering’ toegevoegd. Een eerbetoon aan de bijna 580000 militairen afkomstig uit alle hoeken van de wereld die tussen 1914 en 1918 sneuvelden aan de noordelijke Franse fronten. In een op de heuvel balancerende eclips staan op 500 stalen platen hun namen alfabetisch geregistreerd, ongeacht nationaliteit of religie.
Frans Vlaanderen
In de afdaling naar Lens hebben we zicht op een rijk steenkoolverleden waaronder de 2 mijnterrils van het Bassin Minier, de hoogste ter wereld. Het jaagpad langs het kanaal van de Deûle brengt ons in Lille. Ook hier naderen we de stad via de fortificaties. De citadel werd door Vauban gebouwd van 1667 tot 1670 in opdracht van Lodewijk XIV, na te zijn veroverd op de Vlamingen in de Devolutieoorlog tussen Frankrijk en Spanje. Boven de toegangspoort Porte Royal staat de Latijnse inscriptie: ‘Ware roem voor de glorie van de Zonnekoning’. Van 1500 tot 1667 maakt Lille deel uit van de Spaanse Nederlanden. De tussen 1685 en 1692 opgetrokken triomfboog Porte de Paris bij het stadhuis en het Belfort herinnerd de verovering van de stad door Lodewijk XIV in 1667. Van 1708 tot 1713 komt de streek opnieuw in handen van Nederlandse troepen maar wordt bij het verdrag van Utrecht aan Frankrijk teruggegeven. We fietsen over de markt naar het oude Lille en verlaten de stadskern via de Porte de Gand. Aan de rand van de agglomeratie pikken we de ‘Voie verte Val de Marque’ (V365) op die ons doorheen park en natuurgebied leidt. Een knooppuntbordje van ‘La Wallonie Picarde à vélo’ verwelkomt ons bij onze intrede in België. Over het traject dat beschreven is in de fietslus 'De bres in de Spaanse Nederlanden' gaat het terug naar Mons.
In de afdaling naar Lens hebben we zicht op een rijk steenkoolverleden waaronder de 2 mijnterrils van het Bassin Minier, de hoogste ter wereld. Het jaagpad langs het kanaal van de Deûle brengt ons in Lille. Ook hier naderen we de stad via de fortificaties. De citadel werd door Vauban gebouwd van 1667 tot 1670 in opdracht van Lodewijk XIV, na te zijn veroverd op de Vlamingen in de Devolutieoorlog tussen Frankrijk en Spanje. Boven de toegangspoort Porte Royal staat de Latijnse inscriptie: ‘Ware roem voor de glorie van de Zonnekoning’. Van 1500 tot 1667 maakt Lille deel uit van de Spaanse Nederlanden. De tussen 1685 en 1692 opgetrokken triomfboog Porte de Paris bij het stadhuis en het Belfort herinnerd de verovering van de stad door Lodewijk XIV in 1667. Van 1708 tot 1713 komt de streek opnieuw in handen van Nederlandse troepen maar wordt bij het verdrag van Utrecht aan Frankrijk teruggegeven. We fietsen over de markt naar het oude Lille en verlaten de stadskern via de Porte de Gand. Aan de rand van de agglomeratie pikken we de ‘Voie verte Val de Marque’ (V365) op die ons doorheen park en natuurgebied leidt. Een knooppuntbordje van ‘La Wallonie Picarde à vélo’ verwelkomt ons bij onze intrede in België. Over het traject dat beschreven is in de fietslus 'De bres in de Spaanse Nederlanden' gaat het terug naar Mons.
Op het stalen ros door Waals Picardië
Een knooppuntbordje van ‘La Wallonie Picarde à vélo’ verwelkomt ons bij onze intrede in België. We komen Doornik binnen via de Pont des Trous aan de Schelde, één van de meest prestigieuze overblijfselen van de middeleeuwse militaire architectuur in België die vanwege de beperkte hoogte voor de scheepsvaart zijn gotische brugpijlers recent moest inleveren voor een hogere moderne versie. Het centrum omheen de imposante Romaans gotische O.L.V. kathedraal met zijn 5 torens waarvan 4 hoektorens van 83 m hoog en het oudste Belfort van België, onderging onlangs een fikse remake. Het inventief gebruik van ingekraste vlakke arduin in de in elkaar overlopende straten met doorlopende opstapvrije stoepen zijn een ware innovatie met betrekking tot voetgangers, fietsers en mensen met een beperkte mobiliteit.
Van 21 tot 24 juni 1667 vindt het beleg van Doornik plaats tijdens de Devolutieoorlog tussen Frankrijk en Spanje met de Spaanse Nederlanden als inzet. Bij een inspectie van Lodewijk XIV samen met d’Artagnan van de door soldaten bezette posten, slaat een kanonskogel op korte afstand achter hun beiden in waarbij 3 koninklijke paarden de dood vinden. Met ondertekening van de Vrede van Aken in mei 1668 trekt Lodewijk XIV zijn legers terug, maar behoudt de van de Spaanse Nederlanden veroverde gebieden rond Rijsel (Lille), Sint-Omaars (Saint-Omer), Kamerrijk (Cambrai), Mabuse (Maubeuge) en de tot het huidige België behorende gebieden rond Veurne, Menen, Kortrijk, Oudenaarde, Doornik, Ath, Binche en Charleroi.
Over jaagpaden langs Schelde en kanalen gaat het richting Mons. Maar niet zonder eerst een afsteker te maken naar het Versailles van België, het kasteel van Beloeil. De tuinen van Beloeil zijn in 1664 aangelegd. De gebruikte elementen en technieken zijn gebaseerd op tuincreaties van Le Nôtre, van 1645 tot 1700 de tuinarchitect van Lodewijk XIV, die zowat alle tuinen van de grote Franse kastelen aangelegd of verfraaid heeft.
Een knooppuntbordje van ‘La Wallonie Picarde à vélo’ verwelkomt ons bij onze intrede in België. We komen Doornik binnen via de Pont des Trous aan de Schelde, één van de meest prestigieuze overblijfselen van de middeleeuwse militaire architectuur in België die vanwege de beperkte hoogte voor de scheepsvaart zijn gotische brugpijlers recent moest inleveren voor een hogere moderne versie. Het centrum omheen de imposante Romaans gotische O.L.V. kathedraal met zijn 5 torens waarvan 4 hoektorens van 83 m hoog en het oudste Belfort van België, onderging onlangs een fikse remake. Het inventief gebruik van ingekraste vlakke arduin in de in elkaar overlopende straten met doorlopende opstapvrije stoepen zijn een ware innovatie met betrekking tot voetgangers, fietsers en mensen met een beperkte mobiliteit.
Van 21 tot 24 juni 1667 vindt het beleg van Doornik plaats tijdens de Devolutieoorlog tussen Frankrijk en Spanje met de Spaanse Nederlanden als inzet. Bij een inspectie van Lodewijk XIV samen met d’Artagnan van de door soldaten bezette posten, slaat een kanonskogel op korte afstand achter hun beiden in waarbij 3 koninklijke paarden de dood vinden. Met ondertekening van de Vrede van Aken in mei 1668 trekt Lodewijk XIV zijn legers terug, maar behoudt de van de Spaanse Nederlanden veroverde gebieden rond Rijsel (Lille), Sint-Omaars (Saint-Omer), Kamerrijk (Cambrai), Mabuse (Maubeuge) en de tot het huidige België behorende gebieden rond Veurne, Menen, Kortrijk, Oudenaarde, Doornik, Ath, Binche en Charleroi.
Over jaagpaden langs Schelde en kanalen gaat het richting Mons. Maar niet zonder eerst een afsteker te maken naar het Versailles van België, het kasteel van Beloeil. De tuinen van Beloeil zijn in 1664 aangelegd. De gebruikte elementen en technieken zijn gebaseerd op tuincreaties van Le Nôtre, van 1645 tot 1700 de tuinarchitect van Lodewijk XIV, die zowat alle tuinen van de grote Franse kastelen aangelegd of verfraaid heeft.
Praktisch
STARTPLAATS: Mons (station)
AFSTAND: 584 km
ETAPPES:
Mons - Saint-Quentin 108 km
Saint-Quentin - Compiègne 91,9 km
Compiègne - Amiens 104 km
Amiens - Arras 92,6 km
Arras - Lille 82,8 km
Lille - Mons 105 km
GPS-TRACKS: de GPS-tracks van deze meerdaagse fietslus zijn een digitale aanvulling op de fietsgids 'Op de fiets in het spoor van d'Artagnan' en worden in een aparte map meegestuurd in een LINK bij aankoop van deze fietsgids (zowel ringmapversie als digitale versie)
FIETSGIDS: Op de fiets in het spoor van d’Artagnan te bestellen op https://fiets-wandel-contreien.weebly.com/fietsgidsen-shop.html
LOGIES:
Wij logeerden in:
Van der Valk Hôtel Mons Congres in Mons, www.hotelmons.eu
Chambres d’hôtes La Filature in Saint-Quentin, www.lafilature02100.com/chambresdh%C3%B4tesstquentin
Aiden by Best Western T'Aim Hôtel in Margny-lès-Compiègne, www.taimhotel.com
Hôtel Mercure Amiens Cathedrale in Amiens, all.accor.com
Chambres d'hôtes ‘Au carré Saint Eloi’ in Arras, aucarresainteloi.com
Grand Hôtel Bellevue in Lille, www.grandhotelbellevue.com
AANREIS OPENBAAR VERVOER: Trein Brussel - Mons
Met dank voor medewerking aan Comité régional du tourisme et des congrès Hauts-de-France (www.tourisme-en-hautsdefrance.com et www.weekend-esprithautsdefrance.com); Aisne Tourisme (www.jaimelaisne.com); Somme Tourisme (www.somme-tourisme.org); Pas de Calais Tourisme (www.pas-de-calais-tourisme.com)